In december sloot ik mijn werkjaar af door deel te nemen aan de EFFT-opleiding gegeven door Jim Furrow en Gail Palmer in Utrecht. De opleiding was zo boeiend dat ik na de opleiding aan Lieven vroeg of ik er een stukje over mocht schrijven om te delen met de EFTcommunity in België. Op deze manier wil ik jullie even meenemen in het warme bad van EFFT, een mooie aanvulling op de EFT opleiding om ook met gezinnen te kunnen werken vanuit dit model.
De opleiding startte met de vraag naar de hoop, wat hoopten we als therapeuten uit deze opleiding te kunnen halen. EFFT stelt de vraag naar de hoop, net als in het werken met koppels, ook als centrale vraag in het werken met gezinnen. De hoop kan de therapeut iets vertellen over de goede intenties die vaak schuilgaan achter het zichtbare gedrag. Een tweede krachtige interventie die Jim en Gail aan het begin van hun sessies inzetten is aan elk gezinslid te vragen hun gezin te beschrijven in twee woorden. De woorden die de therapeut terugkrijgt van het gezin geven een beeld van wat er speelt, wie welke positie inneemt in het gezin en hoe elk gezinslid de situatie ervaart.
Binnen EFFT probeert men in een eerste gesprek het hele gezin uit te nodigen om een overzicht te krijgen van het hele systeem en de verschillende interacties hierbinnen. Na dit eerste gesprek wordt er een sessie voorzien met de ouders en een sessie met de broers en zussen. In deze eerste gesprekken krijgt de therapeut informatie over welke interactie als het meest problematisch wordt ervaren; welke dyade het meeste aandacht en energie vraagt in dit gezin.
Men spreekt ook over de ‘Identified Person (IP)’; dit is vaak een van de kinderen die door de ouder(s) wordt aangemeld als ‘het probleem’. Meestal is de meest op de voorgrond liggende dyade een interactie tussen deze ‘IP’ en één van beide ouders.
Wanneer de therapeut zicht heeft op de meest in het oog springende relatie kan het EFFT traject opgestart worden met deze dyade als focus.
Wat ik zo aangenaam vind aan EFFT is de flexibiliteit van het model en de mogelijkheid om te ‘spelen’ met de setting. De therapeut kan aanvoelen wat nodig is in het gezin en in welke vorm het gezin best naar de sessie komt.
Ter verheldering:
Wanneer de therapeut na de eerste gesprekken voelt dat de meest in het oog springende relatie de relatie tussen vader en zoon is kan hij ervoor kiezen om vader en zoon apart uit te nodigen en met hen gesprekken te voeren om deze relatie te herstellen. Wanneer hij echter voelt dat de broers en zussen en/of moeder juist erg helpend en steunend zijn en zij de therapeut ook de ruimte geven om te navigeren naar de plek dat nodig is kan hij ook beslissen het hele gezin te blijven uitnodigen of delen van het gezin.
Tijdens de opleiding kregen we een filmfragment te zien waar te zien is hoe Gail speelt met de stoelen die aanwezig zijn in haar ruimte. Het ene moment is ze in gesprek met 6 gezinsleden en het volgende moment vraagt ze aan moeder en zoon om van plaats te veranderen zodat er een gesprek kan worden opgestart tussen moeder en dochter (zoon zat tussenin). Ze schuift dichterbij en orkestreert een enactment tussen beiden, waar de rest van het gezin als getuige in de kamer zit. Plots lijkt ze door de herpositionering in een intieme sessie te zitten met moeder en dochter.
Wat ik hieruit meeneem is de vrijheid die de therapeut kan nemen om de setting zodanig naar zijn hand te zetten dat hij zijn beste werk kan leveren. De therapeut mag (moet) de touwtjes in handen nemen om het gesprek richting te kunnen geven en te intensifiëren.
Dit laatste kwam ook vaak aan bod tijdens de opleiding. Het is zo belangrijk dat de therapeut weet welke richting hij uit wil. Zo lang hij weet waar hij naartoe wil en hoe hij dat wil bereiken kan hij richting blijven geven aan het gezin dat voor hem zit. Op deze manier toont de therapeut ook hoe Toegankelijk, Ontvankelijk en Betrouwbaar hij is (ARE). Dit geeft een groot gevoel van veiligheid aan het gezin.
De boodschap die ik hieruit meeneem is: “Durf te kiezen en blijf bij je keuze. Ook al gebeuren er afleidende dingen in de kamer, blijf bij de keuze die je maakte. Zo lang je weet wat je aan het doen bent en waar je naartoe wil hou je de teugels in handen. Als je de kluts kwijt bent bestaat het risico dat ook het gezin uit balans zal raken.”
Maar waar willen we dan naartoe in EFFT?
Uiteraard is het doel van EFFT ook veilige verbondenheid. Een ruimte te creëren waar ieder gezinslid zich gehoord en gezien voelt, zich geliefd voelt en gewaardeerd. En vooral waar kinderen terug leren rekenen op de beschikbaarheid van hun ouders en de ouders opnieuw in contact kunnen komen met hun verlangen om er te zijn voor hun kinderen.
Hét mantra dat ik meeneem uit deze opleiding is: “Behind every behavior of the parent you can find the parental care intent.” De ouderlijke zorg is dé ingang om de gesprekken veilig te maken. Ouders willen het goed hebben voor hun kinderen. Deze intentie is de motor voor hun gedrag, dat vaak tot destructieve interactiecirkels leidt tussen ouder en kind. De primaire emotie die de therapeut verdiept bij de ouders is de ouderlijke zorgintentie.
De therapeut gaat de interactiecirkel verkennen om via het gedrag de ouderlijke zorg in beeld te brengen. Wanneer de ouder (opnieuw) in staat is de ouderlijke zorg te voelen en te kunnen benoemen, wordt het voor het kind veiliger om te vertellen wat zijn zorgbehoefte is of hoe het gedrag van deze ouder hem/haar raakt.
Een voorbeeld: Wanneer moeder verontwaardigd is dat haar zoon opnieuw thuiskomt met een slecht rapport doet ze dit omdat ze bekommerd is om haar zoon. Ze vindt het zo belangrijk dat hij een goede toekomst tegemoet kan gaan. Wanneer dit verder verdiept wordt kan moeder vertellen dat ze als kind zelf heeft moeten vechten voor haar studies en ze zich altijd heeft voorgenomen het anders aan te pakken naar haar kinderen toe. Moeder wil er zo graag zijn voor haar zoon. Ze wil hem de pijn besparen die ze zelf heeft gekend. Vanuit deze nieuwe emotionele ervaring kan mama uitreiken naar haar zoon en vertellen dat ze hem wil beschermen tegen deze pijn wanneer ze hem wijst op zijn slecht rapport.
Net als in EFT kan je door naar fase 2 wanneer er meer veiligheid is in de kamer. In EFFT doorloopt de therapeut stap 5, 6 en 7 in principe slechts één keer. De therapeut werkt met het gezin toe naar een moment waarop het kind zich kwetsbaar kan opstellen. In vergelijking met EFT waar we eerst de terugtrekkende persoon ‘in de kamer willen = ARE’, willen we in EFFT de ouders bereikbaar en openstaand ervaren alvorens het kind kan uitreiken.
Wanneer het kind uitreikt is het ideaal als hij deze kwetsbaarheid kan delen in een enactment. Als het te fragiel voelt zal de therapeut deze enactment niet forceren. Belangrijker is dat de therapeut de ouders op dat moment kan stimuleren om responsief te zijn op wat het kind hen vertelt.
Ik zou nog een hele tijd kunnen doorvertellen over de schatten aan informatie die we meekregen tijdens deze vierdaagse training, maar ga mijn verslag hier besluiten. Als je graag meer wil weten, geboeid bent geraakt door EFFT: Het boek ‘Emotionaly Focused Family Therapy’ biedt een helder overzicht van het model. Uiteraard mag je me ook steeds aan m’n mouw trekken om meer over mijn ervaring te vragen wanneer je me weer eens tegenkomt op een opleiding of studiedag.
Hanne Devinck

Hanne Devinck is opgeleid als contextueel systeemtherapeut en specialiseerde zich verder in Emotionally Focused Couples Therapy. Na haar studies orthopedagogiek en de aanvullende contextuele therapie-opleiding deed zij ervaring op als gezinsbegeleider binnen de bijzondere jeugdzorg en als psychosociaal begeleider in het algemeen welzijnswerk. Hanne is sinds 2013 werkzaam als relatie- en gezinstherapeute.
Je kan bij Hanne terecht in groepspraktijk ‘De Boom’ en in het Huis voor Relatietherapie, een praktijk die de focus legt op relatietherapie volgens het EFT model.
Hanne is tevens lid van de BVRGS.