(oorspronkelijke tekst: Lorrie Brubacher, M.Ed. LMFT Certified Trainer EFT,
Gepubliceerd in ICEEFT Community News, Issue 4 – Winter 09/10)
Elke stap van het EFT model bevat een voortdurend weven tussen intra-psychische en interpersoonlijke dimensies en effecten. Naar de metafoor van de oneindige lus, is het hele EFT proces een weven tussen de in gehechtheid verankerde interne ervaring en de interpersoonlijke reacties die deze beleving uitlokken en uitgelokt worden door deze belevingen.
We hebben instrumenten om deze intra/inter-persoonlijke flow bewust te horen en er mee te werken. Deze instrumenten vergemakkelijken het “ervaringsnabije” verwerken of weven van het relatietapijt.
1. Naar wat te luisteren:
Stem af op de emotionele ervaring van elke partner op het nu-moment binnen een hechtingsframe. Stel jezelf de vraag: “Wat zijn hun emotionele ervaringen in hun gefrustreerde pogingen om een veilige, zekere aanvaarding en verbinding te vormen?” Bijvoorbeeld: zij is zeer gefrustreerd door de afstand tussen hen. Ze zal zich eenzaam voelen. Hij ontkent dat er iets is dat hem stoort, en ziet er daarbij nonchalant uit. Hij zal zich ook eenzaam en verloren voelen – voelen dat het ondraaglijk is om te horen dat hij haar teleurstelt.
2. Wat te doen:
Terwijl je luistert, noteer of maak mental notes van de meest opvallende hechtingszinnen, -metaforen en -beschrijvingen die jouw cliënten gebruiken. Dit zal je, doorheen de inhoud, helpen focussen op de felgekleurde hechtingsdraden.
Bijvoorbeeld:
Ik kan hem gewoon niet bereiken. Hij zit altijd in een mist. Hij was ooit mijn beste vriend. Ik ben nooit genoeg! Ik negeer haar klachten. Ik heb mezelf in een gat gegraven dat zo diep is dat geen ladder me eruit zal krijgen.
3. Je reacties voorbereiden:
i. Ga, in je verbale reactie, eerst met elke partner mee in hun ervaring van het huidige moment (waar ze zich ook op de oneindige lus mogen bevinden). Gebruik eenvoudige empathische herhalingen en reflecties. Het instrument bij uitstek van ervaringsgerichte therapeuten, dat bekend staat als de RISSSC manier, zal je hier goed van pas komen. Gebruik herhalingen, beeldspraak, een paar woorden van de cliënt, spreek langzaam, spreek gewoon, op een zachte toon:
Verloren en helemaal alleen. Je kan gewoon geen manier vinden om hem te bereiken. Je voelt je alsof je in zo’n diep, diep gat zit. Het is zo moeilijk om te begrijpen, je zegt dat ze gek is.
Onthoud, het tempo en de manier die je gebruikt, maken het verschil.
ii. Daarna volg je de flow binnen en tussen: Verweef innerlijke emotionele ervaring – (bv. automatische secundaire reactieve emoties en primaire hechtingsangsten van verlating of afwijzing) – met extern achtervolgen- of terugtrekkingsgedrag (bv. mimiek, intonatie, kritiek, stilte, enz.) dat deze emoties uitlokt. Om dit te doen, gebruik reflectie, validering, evocatieve vragen en reacties.
Valideer ieders verhaal, – ieders kant van de oneindige lus – als een begrijpelijke reactie op hun ervaring van hun partner. Valideer ook de erg verschillende en even begrijpelijke ervaring van de andere partner.
Evocatieve vragen zorgen ervoor dat een partner zijn of haar ervaring of reactie zal verkennen en samenvatten voor de andere partner. Bijvoorbeeld:
Als je die toon hoort in haar stem, wat er gebeurt binnen in jou? Wat doe je dan meestal?
Weef dieper door empathisch te gissen via het bijeenbrengen van draden van non-verbaal gedrag en van typische hechtingsangsten die aan de randen van hun ervaring lijken te liggen. Bijvoorbeeld: Voorzichtig suggereren:
Je haalt je schouders op en loopt weg – alsof het bijna veiliger is om niet te vragen wat je wilt? Je zou liever voor jezelf zorgen dan het risico te lopen haar iets te vragen en haar afwijzing te ervaren. Is dat het?
iii. Nodig de partners uit, en begeleid hen daarbij, om te beginnen weven aan hun eigen nieuw tapijt met behulp van de instrumenten van enactment en gerichte herstructurering. Bijvoorbeeld:
Kan je je tot haar wenden en vertellen hoe eng het is om naar haar te verlangen?
Kies voor enactments die geschikt zijn om de partners te helpen bij het zich luidop “eigen maken” van hun ervaring tegenover hun partner.
iv. Controleer of je antwoorden overeenkomen met de fase en de stap waarbinnen je werkt: Bij de bindingsveranderingen van fase twee is er een diepere beweging richting de intra-psychische draden van primaire hechtingsemoties. Volgens de RISSSC-stijl worden de basisinstrumenten van reflectie, evocatieve reacties, empathische gissingen en enactments gebruikt om de veranderingen te intensifiëren en te structureren, waardoor hechtingsangsten en -behoeftes expliciet in onderlinge uitspraken tussen partners geweven worden. De draden van de primaire hechtingsangsten en de uitgesproken behoeftes (behoefte aan geruststelling, aanvaarding, vertrouwen, stoppen met aanvallen, enz.) vragen nieuwe interacties en bindingservaringen tussen de partners. In fase 3 heeft de therapeut de dankbare taak om het koppel naar de veilige haven, het veilige basistapijt, te loodsen dat geconsolideerd werd door de nieuwe intra/inter-persoonlijke cycli van het koppel.
Obstakels die interfereren met het soepel weven tussen deze twee dimensies:
1. Afgeleid worden door inhoud: Cindy en Ivan tonen hun negatieve cyclus regelmatig door te ruziën over opvoedingsstijlen. De therapeut die door de inhoudelijke verhaallijn afgeleid wordt van de hechtingsdans van het koppel zal de flow tussen innerlijke en interpersoonlijke effecten verliezen die nodig is om patronen en draden van hechtingsangsten te de-escaleren en te transformeren tot een veilige binding.
2. Te snel gissen over primaire emoties: Cliënten kunnen op een cognitief niveau meegaan met je suggesties als je de lagen snel verdiept (bv. voorbijsnellen aan secundaire frustratie of gevoelloosheid aan primaire angsten). Maar als ze niet emotioneel betrokken zijn bij het bewegen van beschermende secundaire reacties naar hun primaire hechtingsangsten en -behoeftes, kunnen ze niet meegaan in veranderingen.
3. Het weglaten van het hechtingskader in welk stadium dan ook vermindert de efficiëntie. Zonder het hechtingskader dat de interne emotionele ervaring verbindt met de reacties van de partner, tast de therapeut in het duister zonder aanwijzingen hoe het tapijt van hechtingsveiligheid te weven.
Voor een Fase 1 Case study — voorbeeld van weven, zie hieronder.
***
Ben en Chris zitten vast in een sterk conflict-cyclus van terugtrekking en kritische verdediging bij Ben en een hectisch en kritisch najagen naar zijn antwoord door Chris. Zoals kenmerkend is voor negatieve cycli, zien beiden de andere als het probleem.
Om af te stemmen op ieders emotionele ervaring in de cyclus, reflecteert de therapeut over het volgende:
Hoe Chris Ben ziet als het probleem:
Het zou beter tussen ons gaan als hij gewoon zou “tonen in zijn gedrag dat hij erom geeft … Als hij zou doorgaan op …” Hij geeft er niet genoeg om om te proberen te begrijpen hoe het is voor mij!
Secundaire emoties die ze toont: frustratie, boosheid. Mogelijke primaire emoties (buiten haar bewustzijn): onbelangrijk, gekwetst, eenzaam, niet graag gezien, veroordeeld voelen, angst voor het nooit hebben van een partner die haar kalmeert.
Hoe Ben Chris ziet als het probleem:
Het zou beter tussen ons gaan als ze er gewoon “bovenuit zou stijgen en het achter zich laten”. Er zijn dingen die ik gedaan heb waar ze nooit over zal geraken. Ik zal er voor altijd mee moeten leven.
Secundaire emoties die hij toont: frustratie, boosheid, onverschilligheid. Mogelijke onderliggende primaire emoties: bevroren, overweldigd, afgestompt, zonder hoop dat hij ooit genoeg zal zijn of dat ze ooit om hem zal geven.
“Weef”-reacties vormen die beginnen bij de onmiddellijke ervaring van elke partner en de stroom tussen beiden volgen:
Therapeut (empathische reflectie, valideren van secundaire emoties):
Je bent het zo beu en gefrustreerd dat Ben je niet helpt bij de huishoudelijke taken … Het is logisch dat je je boos (en gekwetst) zou voelen omdat hij er niet is voor je, alsof je noden niet belangrijk zijn voor hem? Is dat hoe het is?
Vervolgens, om dit in de cyclus te weven, vraagt de therapeut haar wat ze doet wanneer ze dit boos, gekwetst gevoel krijgt alsof ze niet belangrijk zou zijn.
Chris:
Ik begin met rustig hulp te vragen en binnen de paar minuten ben ik aan het schreeuwen!
Terwijl de therapeut reflecteert en de out-of-control uitbarstingen van Chris valideert als haar roep om hulp, ziet ze dat Ben er stijf bijzit, met zijn ogen dicht, de oogleden trillend, het hoofd afgewend.
Om de emotionele ervaring van Ben in de kamer te brengen, gebruikt de therapeut reflectie, evocatieve vragen en een aantal empathische gissingen om hem te helpen zijn terugtrekken te verbinden met zijn emotionele ervaringen in hun cyclus:
Ben, ik zie dat je daar je ogen dicht deed … Ik vraag me af wat er binnen in jou gaande is?
[Ben: gefrustreerd]
Alsof dit je allemaal te veel is? Alsof je je gewoon moet afsluiten van wat ze zegt?
Ben:
Ik wou dat ze hier gewoon over zou geraken! Ze is gek … de cyclus begint altijd met haar bonzen en bonken en dan roepen en schreeuwen en het volledig verliezen! Er is geen manier waarop ik de dingen ooit snel genoeg of op de juiste manier kan doen! Zij is altijd boos!
Therapeut (vangt de kogel op):
Je begrijpt het niet, dus je noemt het gek-zijn, is dat het? Is het alsof het allemaal te veel is en je trekt je nog meer terug … en soms maak je je soms vrolijk over hoe ze doet?
Therapeut (gebruikt een evocatieve vraag):
Kan je mij vertellen wat er binnen in jou gebeurt als je haar hoort ‘bonzen en bonken’?
Ben haalt zijn schouders op en gooit zijn handen in de lucht:
Ik geraak gewoon in de war! En dan kruip ik mijn kleine schulp.
Om zijn emotionele ervaring in het kader van de cyclus te weven:
Je moet je zo hulpeloos en verward voelen wanneer je dit geschreeuw van Chris hoort! – Je ziet er bijna uit alsof je hierin verdwaalt. Misschien is dit wanneer je je terugtrekt?
Ben knikt.
Therapeut (gebruikt een evocatieve vraag):
Onder je terugtrekken – binnenin – hoe voelt deze ‘gekte’ aan voor jou?
Ben:
Het is alsof — Het zal nooit met haar lukken … ze zal nooit gelukkig zijn met mij!
Therapeut valideert het verdriet in Bens stem en maakt een mentale notitie dit te verbinden met hoe belangrijk Chris is voor hem en met zijn hechtingsverlangen om het juiste te doen voor haar.
Therapeut vat alles samen, verweeft de hechtingsdraden van hun relatiedans van afstand en wanhoop:
Ben, je hoort de verzoeken en wanhoop van Chris als eisen en ontevredenheid met jou. En je wordt boos omdat je niet wilt gezegd worden wat te doen. Je trekt je terug of je maakt je eerst vrolijk om haar en je trekt je dan terug om niet het gevoel te hebben dat je gepest wordt en om haar tekens van ontgoocheling in jou niet horen. Wanneer je je terugtrekt voel je je binnenin heel droevig en hopeloos, je vraagt je af of het ooit goed komt met jullie, juist?
Chris, je frustratie neemt toe als je probeert om hem te doen reageren. Als hij zich terugtrekt, word je nog hectischer. Je wil gewoon dat hij ziet dat je nood hebt op hem te kunnen rekenen. Binnenin voel je je erg alleen, alsof hij niet ziet hoeveel je hem nodig hebt, hoe je panikeert bij het gevoel dat je helemaal alleen staat in de vraag of de familie alles gedaan kan krijgen. Is dat hoe het is voor jou?
Het is alsof jullie allebei zo alleen en gekwetst zijn, gevangen in deze cyclus. Chris, je ziet het verdriet en de eenzaamheid onder de stille schulp van Ben niet, en je wordt luider en luider om hem eruit te proberen doen komen. Ben, hoe meer Chris je probeert je te bereiken, en je probeert te doen reageren, hoe meer je je in eerste instantie boos op haar voelt voor haar eisen en dan verdwijn je in je stille schulp waar je je verward en erg verdrietig voelt omdat het je niet lijkt te lukken de meest belangrijke persoon blij te maken. Krijg ik hoogte van het herhalende patroon waarin jullie twee gevangen zitten?